Een aantal weken geleden gaf ik aan dat ik nog terug zou komen op wat ik meemaakte in de trein op zaterdag 23 augustus.
Tegenover mij namen twee jonge vrouwen plaats. Beiden met een zonnebril op hun hoofd, alsof ze net uit een zomerse modeshow waren weggelopen.
“Oh shit,” zegt er één, “ik ben het hoesje van mijn zonnebril vergeten.”
“Je kunt ’m toch gewoon zo op je hoofd zetten, net als ik?” antwoordt de ander.
“Dat is lastig met deze neusvleugeltjes,” zucht ze.
“Ach, ik neem meestal zo’n goedkoop festivalbrilletje mee.”
Tot zover het hoofdstuk zonnebril.
Even gaat het gesprek over Wij eisen de nacht op: hoe ze zelf zouden reageren, en of een zelfverdedigingscursus eigenlijk wel helpt. Ook de ander zelf verdediging mogelijkheden komen voorbij, zoals met sleutels in je vuist of pepperspray. Er wordt nog even nagepraat, maar niet veel later kabbelt het gesprek alweer weg naar luchtiger onderwerpen.
Uit hun gesprek maak ik op dat ze onderweg zijn naar een festival – vermoedelijk Mysteryland. En dan, plots, uit het niets:
“Ik denk dat ik een beetje lesbisch ben.”
De ander legt haar hand op haar bovenbeen en zegt zacht: “Dat is niet erg.”
Wat volgt is een kort gesprek over welke vrouwen ze aantrekkelijk vinden.
“Maar verliefd worden op een vrouw, dat lukt me niet,” besluit ze uiteindelijk.
Intussen raken hun benen elkaar. Eerst voorzichtig, daarna wat langer. Een giechel, een blik. Er hangt een belofte in de lucht: straks misschien een kus, maar geen knuffels, zegt ze.
Het belooft een spannende festivaldag te worden voor deze jonge vrouwen. Bij station Sloterdijk stappen ze uit. Ik wens ze een hele fijne dag.
Mijn eigen reis voert verder naar Amsterdam Centraal, waar Sail wachtte. Zie daarvoor de Pronkenkronkel nr. 632 Sail.
Ontdek meer van Pronkenkronkel
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.